Raad van State: Boerkaverbod beperkt godsdienstvrijheid
Volgens de grondwet is er godsdienstvrijheid. Het dragen van een boerka is volgens de voorstanders ervan een godsdienstige oftewel een door God gewenste uiting en moet dus mogen. Maar is het een door God gewenst uiting of een wens van het ego als zijnde de bewustzijnsstaat van afgescheidenheid van God en diens Wil? Het Zijn is de bewustzijnsstaat van één zijn met God en diens Wil. Die staat is innerlijk vrij oftewel dogmaloos. Bovendien kan de Wil van God alleen in het hier en nu ervaren worden en kan die ieder moment veranderen. Beweren dat God het dragen van een boerka als vaststaand feit wil en daar naar handelen is dan ook pleiten voor een dogma. Dat dat nu in de vorm van het verbod op het dragen van een boerka verboden wordt, kan dan ook gezien worden als wegbereidend voor het realiseren van het Zijn dat vrij is van dogma's.
Bron: Volkskrant 7 februari 2012