Heeft de geëvolueerde mens geen God meer nodig?
Bron: Volkskrant 10 maart 2012.
Volgens de Amerikaanse filosoof Daniel Dennett zit er geen geest in de menselijke machine. Dat wordt zo gewaardeerd dat hij er de Erasmusprijs 2012 mee heeft gewonnen. Maar heeft de geëvolueerde mens echt geen God meer nodig? Als het over de moralistische God van de religies gaat, dan kunnen we stellen dat we die inderdaad niet meer nodig hebben, omdat die ons gevangen houdt in ons zelfdestructieve ego. Maar als het gaat over God als zijnde het Geheel waar we een integraal deel van zijn en waar alles uit voortkomt en dat alle verandering aanstuurt, dan gaat het er niet om of we God nodig hebben, maar slechts om de erkenning dat God een feit is. En tegelijk met die erkenning erkennen dat we God zijn en ons afvragen of we dat ook als zodanig ervaren. Als het antwoord daarop ontkennend is, dan kunnen we ons afvragen hoe dat komt en of we het willen en kunnen veranderen. Maar dit is niet waar Daniel Dennett het over heeft. Hij stelt gewoon dat we God niet meer nodig hebben en gaat daarbij voorbij aan het feit dat God een gegeven is en dat de erkenning daarvan van groot belang voor ons is, omdat het zijn van God c.q. het Geheel, de eenheid, de volmaaktheid is waar hij we al sinds het begin der tijden naar streven.
Is Daniel Dennett nu iemand die zijnsontwikkeling bevordert of belemmert? Hij bevordert het als hij onder God de moralistische God verstaat. En hij belemmert het als hij voorbij gaat aan het feit dat God een gegeven is en daarmee ook voorbij gaat aan het feit dat God in de mens zit en via zijnsontwikkeling de eenheid ermee gerealiseerd kan worden. Omdat hij het niet over een moralistische God heeft maar gewoon over God en het niet heeft over God in de hoedanigheid van het Geheel en God in de mens onkent via zijn uitspraak dat er geen geest in de menselijke machine zit, kan beter worden gesteld dat Daniel Dennett zijnsontwikkeling belemmert.