In reactie op het artikel in Trouw getiteld ‘De buik vol van topdown managers’, waarin wordt gezegd dat hoogopgeleiden ondanks de uitstekende arbeidsvoorwaarden binnen twee jaar het bedrijf verlaten, zegt René Gude het volgende:
‘Het individu zoekt zingeving.’ ‘Er is een verschuiving van zelfverwerkelijking naar zingeving.’ We hebben zingeving eerst zelfontplooiing genoemd en vervolgens naar de privésfeer geduwd. ‘Als de goede samenleving het resultaat is van de interacties van excellente individuen, dan is individuele zelfverwerkelijking het middel. Ieder verheft zich als individu, en de onzichtbare hand maakt van ons een volk.’ ‘Daarvoor is een collectief ideaal nodig, waartoe individuen zich kunnen verheffen.’
‘Totale zelfverwerkelijking is eigenlijk meer iets voor ambitieuze kluizenaars.’
‘De traditionele civilisatie-offensieven filosofie, religie sport en kunst zijn van oorsprong oefenprogramma’s voor de sociale deugden verstandigheid, rechtvaardigheid, kracht/moed en beperking. Die kun je gebruiken als trainingsprogramma om individueel slim te worden, te bepalen wat gerechtigheid is, moedig te zijn, en zelfbeheersing aan de dag te leggen. Maar de academie, de tempel, het stadion en het theater zijn bedoeld als vrijplaatsen waar individuen samenlevingsexperimenten kunnen opzetten om daardoor te komen tot collectieven die prudenter, rechtvaardiger, moediger en de beperking meer meester zijn’.
‘Laten we om te beginnen erkennen dat het stadion, de kerk, het theater en de academie niet voor individuele doelen misbruikt kunnen worden. Dan kijken we welke alledaagse collectieven wij vormen. Dat zijn families, ondernemingen, maatschappelijke initiatieven en politieke eenheden. Die onderwerpen we aan de deugdelijkheidstest: zijn ze prudent, rechtvaardig, niet te schijterig en toch beheerst? Als ze goed zijn, blijven we eraf. Zo niet, dan plegen we groot onderhoud.’
Reactie.
René Gude vindt zelfverwerkelijking meer iets voor kluizenaars en dus niet voor het collectief. Hij vindt dat de kerk, het theater en de academie niet hiervoor gebruikt mogen worden. Die dienen gebruikt te worden voor het creëren van de eigenschappen prudentie, rechtvaardigheid, moed en beheersing. René Gude weet kennelijk niet dat zelfverwerkelijking tot het Zijn leidt en dat in het Zijn deze eigenschappen volmaakt zijn.
Doordat hij de zelfverwerkelijking buitensluit, heeft hij iets nodig wat, zoals hij het noemt, het groot onderhoud moet doen. Met andere woorden, hij heeft iets nodig wat beslist over goed en fout. Tot op heden waren dat de instituties behorend bij de religie, de ideologie en de wetenschap. Gude wil dus de tijd terugdraaien en miskent daarmee het feit dat we nu juist van de dogmatiek daarvan afwillen en zodoende op weg zijn naar het Zijn. En tegelijk daarmee het dualistische ego, dat vanwege het intrinsiek zelfdestructieve karakter ervan nu de climax van die zelfdestructie nadert, in stand houdt. René Gude mist dus het inzicht in de kwantumsprong van ego naar Zijn en belemmert daardoor zijnsontwikkeling.
Bron: Trouw 19 maart 2014, Peter Henk Steenhuis.